Bij kijk terug moest iedereen vooraf aan deze dag kort hun ouders interviewen. Tijdens het gesprek lazen de leerlingen hun antwoorden aan elkaar voor. Sommige antwoorden waren emotioneel: “Ik wist niet dat mijn ouders dit in mij waarderen…”.
Daarna vulden de leerlingen een timeline in vanaf hun geboorte tot nu en vertelden ze welk moment er voor hen uitsprong en waarom. Bijvoorbeeld: “In ons gezin was iemand ziek, kanker, en ik heb ontdekt dat ik hierdoor dichter bij God ben gekomen.” Leerlingen stelden elkaar hierbij vragen om meer te weten te komen, zoals: “Hoe merk je dat? Op welke manier ben je dichter bij God gekomen?”

Bij kijk vooruit werd aan de leerlingen gevraagd waar ze over vijftien jaar graag zouden staan en hoe ze willen dat mensen dan over hen denken. Sommige leerlingen vonden het lastig  om zich voor te stellen waar ze over vijftien jaar staan. Dat is natuurlijk heel normaal, maar ook daarin stelden ze elkaar vragen, waardoor je nadacht over je wensen voor je eigen toekomst.

Bij kijk omhoog hadden we op A3 een plattegrond van een kerk. De leerlingen werden uitgedaagd om hun initialen te plaatsen op de plek waar je nu staat in je geloof. Daarna werden vragen gesteld als: Ben je daar tevreden mee? Zo niet, waar zou je graag willen staan? Welke levensvraag houd je bezig?

Deze dag werd gebruik gemaakt aan de hand van de items van het Agoramodel, maar niet van de begrippen zelf.